‘t Zou verboden moeten worden …

 
Auteur: Jurgen Holtermans
 

Na de historische overwinning van Max Verstappen op het circuit van Barcelona kunnen wij natuurlijk niet achterblijven met een bijdrage aan de autosport. Als we het in fiscale termen over autosport hebben, komt er al snel één onderwerp boven drijven: de bijtelling in verband met de auto van de zaak. De “sport” zit hem daarbij vooral in het beperken of voorkomen van die bijtelling.

Op 12 april 2016 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet uitwerking Autobrief II aangenomen. Dit wetsvoorstel bevat diverse maatregelen waarmee het kabinet gedurende de periode 2017 tot en met 2020 de autobelastingen eenvoudiger wil maken en gelijktijdig een stabiele stroom aan belastinginkomsten en winst voor het milieu wil realiseren. Aanvankelijk was er voor zogenoemde plug-in-hybrids (PHEV’s) een begunstigende overgangsregeling die de bijtelling getrapt naar 22% zou brengen maar deze speciale overgangsregeling is bij amendement vervallen. Er gelden zodoende vanaf 1 januari 2017 uiteindelijk nog maar twee bijtellingscategorieën: 4% voor nulemissieauto’s en 22% voor alle andere auto’s.

Lekker overzichtelijk zou je op het eerste gezicht zeggen. Maar let op, want er is toch nog het nodige overgangsrecht voor op 31 december 2016 reeds op de weg toegelaten auto’s, dat het er niet eenvoudiger op maakt hoe de bijtelling vanaf 1 januari 2017 concreet uitpakt.

Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer. De kans is zo ongeveer 100% dat het wetsvoorstel door de Eerste Kamer wordt aangenomen, want er is een breed draagvlak.

 

Inhoud van dit artikel

Wetsvoorstel Wet uitwerking Autobrief II: wat gaat er veranderen?
Alternatief I: een lage bijtelling met de young- en oldtimerregeling
Alternatief II: helemaal geen bijtelling

 

Wetsvoorstel Wet uitwerking Autobrief II: wat gaat er veranderen?

 

Hoofdregel

In beginsel geldt dat alle auto’s een standaard bijtelling hebben. Voor zuinige, zeer zuinige en nulemissieauto’s (lees: volledig elektrische auto’s en auto’s op waterstof) geldt dat deze een korting op de standaard bijtelling krijgen. Vandaar dat we thans bijtellingscategorieën hebben van 25%, 21%, 15% en 4%.

Vanaf 1 januari 2017 kennen we nog maar twee bijtellingscategorieën voor de auto van de zaak. Een 4%-bijtelling (= 21% korting op de standaard bijtelling) voor nulemissieauto’s en een standaard 22%-bijtelling voor alle andere auto’s. De huidige categorieën 21%-bijtelling voor zuinige auto’s en 15%-bijtelling voor zeer zuinige auto’s (lees: PHEV’s) vervallen.

Dit betekent dat reguliere auto’s vanaf 1 januari 2017 een lagere bijtelling hebben, want die hebben nu nog een bijtelling van 25%.

Daarentegen hebben zuinige en zeer zuinige auto’s met een relatief lage CO2-uitstuit vanaf 1 januari 2017 een hogere bijtelling. Voor alle duidelijkheid en geruststelling, dit laatste geldt alleen voor auto’s die een eerste toelating op de weg ná 31 december 2016 hebben. Voor auto’s die een eerste toelating op de weg vóór 1 januari 2017 hebben geldt overgangsrecht.

 

Uiteindelijk geen gunstige overgangsregeling voor plug-in hybrids

De huidige korting op de standaard bijtelling voor plug-in hybrids ({PHEV’s, auto’s met een CO2-uitstoot tot en met 50 gr/km) zou aanvankelijk stapsgewijs worden afgebouwd. De bijtelling (ná korting) voor deze auto’s bedraagt nu nog 15% en zou in 2017 omhoog gaan naar 17%, in 2018 naar 19% en uiteindelijk in 2019 naar 22%.

Op grond van een amendement vervalt echter voor plug-in-hybrids (PHEV’s) de milieugerelateerde korting op de standaard bijtelling van 5%-punt in 2017 en 3%-punt in 2018.

Anders gezegd, ook voor nieuwe plug-in-hybrids (PHEV’s) geldt vanaf 1 januari 2017 een onverkorte standaard bijtelling van 22%. Dit zou ondanks de recente facelift wel eens het einde van de Mitsubishi Outlander PHEV kunnen betekenen, als je begrijpt wat ik bedoel.

 

Overgangsregeling (beperking) 4% bijtelling voor elektrische auto’s

Niet alleen de PHEV’s worden in de bijtelling aangepakt, ook een belangrijk aantal volledig elektrische auto’s ontspringt de dans naar een hogere bijtelling niet. Voor volledig elektrische auto’s gaat de bijtelling in sommige gevallen hoger uitvallen. Vanaf 1 januari 2019 geldt namelijk voor volledig elektrische auto’s dat het deel van de catalogusprijs dat boven € 50.000 uitkomt ook onder het algemene bijtellingspercentage van 22% valt. Dat zullen de rijders van een Tesla S-type, een Fisker of een BMW i8 dus in de portemonnee gaan merken. Let op: deze vanaf 1 januari 2019 hogere bijtelling geldt ook voor dergelijke volledig elektrische auto’s met een datum van eerste toelating op de weg ná 31 december 2016. Als je van plan bent een dergelijke auto aan te schaffen, kun je dat dus beter nog dit jaar (2016) doen.

Voor de andere categorie nulemissieauto’s, de op waterstof aangedreven auto’s zoals de naar verwachting in 2017 in Nederland leverbare Toyota Mirai, geldt de 4%-bijtelling wel over de volledige catalogusprijs. Voor dergelijke auto’s geldt vanaf 1 januari 2019 geen beperking ten aanzien van de 4%-bijtelling.

In het schema hieronder heb ik de bijtellingspercentages (ná korting op de standaard bijtelling) voor de jaren 2016 tot en met 2020 onder elkaar gezet:

Jaar                   0 gr/km              1-50 gr/km           51-106 gr/km         >106 gr/km
2016                  4%                     15%                     21%                        25%
2017                  4%                     22%                     22%                        22%
2018                  4%                     22%                     22%                        22%
2019                  4%*                    22%                     22%                        22%
2020                  4%*                    22%                     22%                        22%

(* voor volledig elektrische auto’s: 22% voor zover de catalogusprijs meer dan € 50.000 bedraagt)

 

Overgangsregeling voor ná 31 december 2016 op de weg toegelaten auto’s

Voor nieuwe auto’s van de zaak waarvoor vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2020 een korting op de standaard bijtelling van toepassing is (lees: de nulemissieauto’s), geldt een overgangsregeling indien de CO2-normering of het bijtellingspercentage wijzigt. De korting op de standaard bijtelling die vóór de wijziging geldt, blijft gedurende zestig maanden vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van eerste toelating op de weg van de auto van kracht.

 

Overgangsregeling voor vóór 1 januari 2017 reeds op de weg toegelaten auto’s

Voor auto’s van de zaak zonder korting op de standaard bijtelling en met een datum van eerste toelating op de weg vóór 1 januari 2017 blijft de bijtelling 25%! De rijders van dergelijke auto’s gaan dus niet profiteren van het vanaf 1 januari 2017 geldende lagere algemene bijtellingspercentage van 22.

Voor op 31 december 2016 reeds op de weg toegelaten auto’s van de zaak met een korting op de standaard bijtelling geldt dat de korting op de standaard bijtelling van kracht blijft gedurende zestig maanden ná de maand waarin de auto voor het eerst te naam is gesteld in het kentekenregister. Daarna wordt per jaar bezien of op grond van de in dat jaar in de wet opgenomen CO2-emissiegrenzen nog recht bestaat op een korting op de standaard bijtelling. Voor auto’s van vóór 1 juli 2012 die recht hadden op een korting van 11% of 5% blijft deze korting gehandhaafd tot en met 31 december 2018.

 

MRB-maatregelen

De MRB wordt met ingang van 1 januari 2017 voor alle auto’s generiek verlaagd met 2%. Voor vervuilende dieselauto’s en -bestelbusjes zal vanaf 1 januari 2019 een toeslag gelden van 15%. Het gaat dan om een fijnstofuitstoot van meer dan 5 mg/km en het betreft in de regel voertuigen van vóór 1 januari 2005 zonder af-fabriekroetfilter. Vervuilende bestelbusjes lopen pas tegen de toeslag aan als ze twaalf jaar of ouder zijn.

Voor plug-in hybrides (PHEV’s) blijft de motorrijtuigenbelasting voor de jaren 2019 en 2020 de helft van het reguliere tarief bedragen.

Nulemissieauto’s blijven tot en met 31 december 2020 volledig vrijgesteld.

 

BPM-maatregelen

Voor de liefhebbers en techneuten onder ons.

De BPM wordt tot 2020 geleidelijk verlaagd met gemiddeld 12%. Verder wordt de BPM minder CO2‑afhankelijk gemaakt door de vaste voet te verhogen van € 175 tot € 350 en het CO2-afhankelijke deel van de tarieftabel te verlagen. Voor plug-in hybrids wordt het voordeel in de BPM geleidelijk afgebouwd. Nulemissieauto’s blijven tot en met 2020 volledig vrijgesteld.

Ten gevolge van een amendement deelt de dieseltoeslag in artikel 9 van de Wet BPM 1992 niet mee in de verlaging die is voorzien voor de BPM in de jaren 2017 tot en met 2020. De opbrengsten die hieruit voortvloeien worden aangewend om de BPM-tarieven in de jaren 2017 tot en met 2020 niet met in totaal structureel 12,2% te verlagen, maar met 14,7%.

 

Evaluatie

Het kabinet evalueert de maatregelen uit dit wetsvoorstel in 2018, zodat het mogelijk is om beleidsmatig bij te sturen vanaf 2019.

 

Alternatief I: een lage bijtelling met de young- en oldtimerregeling

Het wetsvoorstel laat de huidige young- en oldtimerregeling (gelukkig) ongemoeid. Dit is de speciale regeling voor auto’s die ouder zijn dan 15 jaar. Voor dergelijke auto’s geldt een bijtelling van 35% van de waarde in het economische verkeer van de desbetreffende auto.

Ik vermeld deze regeling, omdat deze interessant kan zijn om met een lage bijtelling een hele gave auto van de zaak te rijden. Auto’s ouder dan 15 jaar zijn niet allemaal roestbakken. Google maar eens op “youngtimer”. Of kijk eens bij Premium Classics in Vught (www.premiumclassics.nl). Daar staan juweeltjes van auto’s. Als je dan voor een lage bijtelling kunt kiezen tussen een youngtimer uit hun collectie of de in Nederland meestverkochte PHEV van een niet nader te noemen Japans merk is de keuze snel gemaakt, lijkt me. Maar eerlijk is eerlijk, ik ben zelf een overtuigde youngtimeriaan, dus ik ben (een beetje) bevooroordeeld.

Ben je wellicht op een idee gebracht? Ga dan op zondag 22 mei 2016 naar het Classic Parc te Boxtel voor alweer de vijfde editie van het youngtimer-event. Kijk voor meer informatie op www.youngtimerevent.com. Wie weet  zie ik je daar …

 

Alternatief II: helemaal geen bijtelling

Wil je helemaal geen bijtelling? Dat kan natuurlijk ook. De volgende mogelijkheden blijven je namelijk ter beschikking staan:

  • Een sluitende kilometeradministratie (verklaring geen privégebruik)
  • Openbaar vervoer
  • Geen auto van de zaak

Met name het alternatief: geen auto van de zaak, blijkt in de praktijk meestal financieel de meest verstandige keuze te zijn; althans wanneer je de auto zelf moet betalen én je meer dan 500 privé kilometers op jaarbasis rijdt. Dat geldt (bijna) altijd voor tweedehands auto’s en, wat voor veel mensen verrassend is, vaak zelfs ook voor nieuwe auto’s.

 

BTW-effecten

Ook voor de BTW levert de auto van de zaak in veel gevallen uiteindelijk geen voordeel op. De BTW op de aanschaf en reguliere kosten kun je weliswaar verrekenen (uiteraard alleen wanneer je zelf of je werkgever BTW-plichtig bent respectievelijk is), maar daar staat tegenover dat je elk jaar de BTW over het privégebruik in dat jaar moet afdragen. Weet je niet hoeveel die is, dan mag je deze af te dragen BTW stellen op 2,7% (vanaf het 5e jaar 1,5%) van de cataloguswaarde van de auto. En dat kan dus aardig oplopen!

Ons advies: wanneer je van plan bent een nieuwe auto te kopen en de keuze hebt die op naam van de zaak te kopen, maak altijd een berekening wat het voordeligste is. Daar zijn handige modelletjes voor. En wanneer je een auto van de zaak rijdt, bereken regelmatig of dat nog steeds financieel de beste keuze is.

 

Of een motor of een (elektrische) fiets

Je kunt natuurlijk ook nog aan andere alternatieven denken zoals een motor van de zaak of een (elektrische) fiets. Want je moet natuurlijk wel op je werk en bij je klanten en relaties kunnen komen.

Overigens zijn een motor van de zaak of een (elektrische) fiets niet helemaal zonder fiscale gevolgen.

Voor een motor van de zaak geldt dat je belasting betaalt over de werkelijk gereden privékilometers. Daarbij kijkt de belastingdienst naar de gemaakte totale kosten per kilometer. Als jouw motor over het hele jaar berekend € 0,24 per kilometer kost en je rijdt 5.000 kilometer privé, komt de bijtelling uit op € 1.200 (= 5.000 x € 0,24).

Wat een (elektrische) fiets betreft geldt dat deze vaak via de werkkostenregeling, de onbelaste kilometervergoeding van € 0,19 per kilometer en een renteloze lening van de werkgever quasi gratis kan worden gemaakt.

 

Tot slot

De keuze is nog steeds reuze om van A naar Beter te komen. Door van te voren even te rekenen kun je een afgewogen keuze maken en behoorlijk wat besparen. Maar auto’s zijn toch vooral emotie. En nu de bijtelling voor de meeste auto’s standaard 22% wordt, hoef je niet meer om fiscale redenen in een auto te rijden die je eigenlijk niet mooi vindt. Dat is misschien nog wel het beste gevolg van dit wetsvoorstel.