Over het managen van verwachtingen ten aanzien van de uitwerking van huwelijkse voorwaarden in geval van overlijden

 
Auteur: Jurgen Holtermans
 

Ik ga het in deze blog hebben over de vaak onverwachte uitwerking van huwelijkse voorwaarden in geval van overlijden. Een algemene blog als deze noopt daarbij tot het maken van keuzes. Deze zijn gevallen op het periodiek verrekenbeding, veelal van Amsterdamse komaf, en vergoedingsrechten volgens de beleggingsleer. Een tweetal onderwerpen die schreeuwen om aandacht en het naar mijn mening te weinig krijgen. 

 

Inhoud van deze blog

Het periodiek verrekenbeding, een structureel onding

Investeren of beleggen met “vreemd” vermogen

Op gepaste manier je huwelijkse voorwaarden aanpassen

 

Het periodiek verrekenbeding, een structureel onding

In geval van een periodiek verrekenbeding dient jaarlijks tussen echtgenoten te worden afgerekend (lees: verrekend). Tijdens de jaarlijkse afrekening gaat het om wat er resteert van ieders (bruto) inkomsten na aftrek van heffingen zoals inkomstenbelasting premies volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet en na voldoening van de kosten van de kinderen en de kosten van de huishouding, zoals bijvoorbeeld woonlasten, dagelijkse boodschappen (eten en drinken), kleding, vakanties, etc. Wat er van ieders inkomsten resteert (lees: wordt bespaard) dient tussen de echtgenoten te worden verrekend.

Een periodiek verrekenbeding kan om diverse redenen in huwelijkse voorwaarden zijn opgenomen, waarvan het feit dat het standaard in het door de desbetreffende notaris gehanteerde model zit niet de minst onwaarschijnlijke is. Niet zelden toegelicht met de woorden dat het goed is om een dergelijk verrekenbeding op te nemen, omdat je dan, als je ooit een onderneming begint, een (jaarlijks toenemend) gedeelte van je vermogen buiten de grijpgrage handen van jouw schuldeisers brengt. En daarnaast bouw je zo toch allebei vermogen op.

“Prima advies”, dacht je waarschijnlijk toen je als aanstaande bruid of bruidegom op een roze wolk zat, “want als het dan onverhoopt toch fout gaat, hebben we in ieder geval een gedeelte van ons zuurverdiende geld zeker gesteld.” Ondertussen zat je hoofd vol met zaken die op dat moment echt belangrijk voor jou waren, zoals bijvoorbeeld: als we hier bij de notaris klaar zijn, moeten we eerst nog even langs de bakker om te laten weten welk beeldje we op de taart willen, we moeten de band nog doorgeven wat het openingsnummer wordt, we moeten de bloemist nog bellen dat hij negen extra corsages maakt, etc.…

Kortom, had je, terwijl je bij de notaris was, werkelijk door waar je ja tegen zei en je handtekening onder zette? Overzag je wat de gevolgen zijn van het niet nakomen van het periodiek verrekenbeding? Heb je de notaris daarop doorgevraagd? Het probleem van het periodiek verrekenbeding is dat vrijwel niemand het uitvoert. Dat kan tot onverwachte uitkomsten leiden bij het einde van het huwelijk. Daarbij moet je niet alleen denken aan een echtscheiding. Nee, het speelt ook bij overlijden. Met name bij overlijden.

Als een periodiek verrekenbeding niet is uitgevoerd, wordt jullie volledige gezamenlijke vermogen geacht uit overgespaard inkomen te zijn verkregen. Dit betekent dat ieder van de echtgenoten recht heeft op de helft van de waarde. Degene die meer dan de helft van de waarde reeds in eigendom heeft, krijgt een schuld aan de ander tot het beloop van de helft van het verschil. Daarmee heb ik de kern van het effect van een niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding heel kort en ongenuanceerd omschreven, want je kunt er boeken over vol schrijven.

Zoals altijd, zijn er ook enkele uitzonderingen. Zo telt bijvoorbeeld hetgeen je ten huwelijk hebt aangebracht en hetgeen je hebt verkregen krachtens schenking of nalatenschap niet mee. Het maakt bij dit laatste in beginsel niet uit of op de verkrijging een uitsluitingsclausule rust. En ook bepaalde tijdens het huwelijk ontstane (consumptieve) schulden tellen niet mee (want schulden kun je niet herbeleggen).

Uit professionele ervaring weet ik dat niet-uitgevoerde periodieke verrekenbedingen één van de belangrijkste en lastigste discussiepunten zijn bij een echtscheiding. Maar dat kan het dus ook zijn bij overlijden! In combinatie met je testament kan een niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding tot onverwachte, vaak fiscaal ongunstige, effecten leiden. Bijvoorbeeld een bedrijfsopvolgingsfaciliteit voor de erfbelasting die niet ten volle kan worden benut. Dat zijn wezenlijke voordelen die je erfgenamen dan mislopen; de vrijstelling voor ondernemingsvermogen bedraagt ruim € 1 miljoen en daarboven is 83% vrijgesteld. Realiseer je ook goed dat er door een niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding ook discussie tussen de langstlevende partner en de kinderen (lees: de erfgenamen onderling) kan ontstaan. Is dat wat je wilt, op zo’n moment, in die situatie? Lijkt mij niet.

 

Voorbeeld 1

Adriaan en Yvonne zijn gehuwd onder het maken van huwelijkse voorwaarden, inhoudende koude uitsluiting met een Amsterdams verrekenbeding. Het periodiek verrekenbeding hebben ze nimmer uitgevoerd.

 

Het vermogen van Adriaan ziet er als volgt uit:

½ onverdeelde eigendom van de woning                            € 300.000

½ hoofdelijk verbonden hypotheek                                         140.000 -/-

Effectenportefeuille                                                                 500.000

Vakantiewoning Knokke                                                          300.000

Pensioen B.V.                                                                                nihil (onderdekking)

Rekening courant schuld bij de pensioen B.V.                        250.000 -/-

Totaal                                                                                   € 710.000

 

Het vermogen van Yvonne ziet er als volgt uit:

½ onverdeelde eigendom van de woning                            € 300.000

½ hoofdelijk verbonden hypotheek                                         140.000 -/-

Effectenportefeuille (uit nalatenschap vader)                          200.000

Totaal                                                                                   € 360.000

 

Indien één van beiden overlijdt, werkt het niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding als volgt uit.

De vermogens van Adriaan en Yvonne worden bij elkaar opgeteld, met uitzondering van de rekening courant schuld van Adriaan bij zijn pensioen B.V. en de effectenportefeuille die Yvonne uit de nalatenschap van haar vader heeft verkregen.

 

Vermogen Adriaan                                                                €    960.000

Vermogen Yvonne                                                                      160.000

Totaal                                                                                    € 1.120.000

 

Aan ieder van hen beiden komt toe                                      €    560.000

 

Yvonne krijgt aldus een vordering op Adriaan van € 400.000.

Dit betekent dat als Adriaan overlijdt, zijn nalatenschap een omvang heeft van € 310.000 (= € 710.000 -/- € 400.000) en als Yvonne overlijdt, haar nalatenschap een omvang heeft van € 760.000 (= € 360.000 + € 400.000).

 

Wellicht een andere uitkomst dan je zou hebben gedacht.

 

Investeren of beleggen met “vreemd” vermogen

Is een periodiek verrekenbeding iets wat vaak wel in huwelijkse voorwaarden is opgenomen, dat geldt voor het volgende onderwerp juist niet, niet in de laatste plaats omdat het een vrij nieuw fenomeen is. Het betreft de zogenoemde vergoedingsrechten. Deze worden sinds 1 januari 2012 niet meer op nominale waarde vastgesteld, maar volgens de beleggingsleer.

Dergelijke vergoedingsrechten zijn rechten op vergoeding van je echtgenoot, indien je met haar of zijn vermogen hebt geïnvesteerd of belegd in iets van jezelf. Aan het einde van het huwelijk, of tussentijds bij realisatie, heeft je echtgenoot niet alleen recht op een vergoeding van het bedrag dat je van haar of hem hebt gebruikt, maar ook recht op een bedrag dat in verhouding staat met de waardestijging van jouw investering of belegging.

Naast het feit dat dit tot verrassende financieel-juridische uitkomsten kan leiden, zijn er ook onvermoede fiscale gevolgen aan verbonden. De fiscale wetgever heeft de scherpe kantjes er inmiddels wel van afgehaald, maar helemaal fiscaal neutraal is het niet.

Ook hiervoor gelden uitzonderingen, maar die moet je dan wel van te voren geregeld hebben, zoals bijvoorbeeld in je huwelijkse voorwaarden de wettelijke regeling ten aanzien van vergoedingsrechten uit te sluiten of er een geldlening van te maken.

 

Voorbeeld 2

Zie voorbeeld 1, maar Adriaan heeft de vakantiewoning te Knokke op 21 december 2012 voor € 125.000 gekocht en heeft de koopsom tot een bedrag van € 75.000 betaald met geld afkomstig van de erfenis van Yvonne uit de nalatenschap van haar vader. Adriaan en Yvonne hebben verder niets hierover vastgelegd. Dan heeft Yvonne een vergoedingsrecht op Adriaan van 75/125 x € 300.000 = € 180.000 (= € 310.000 -/- € 180.000).

Dit betekent dat als Adriaan overlijdt, zijn nalatenschap een omvang heeft van € 130.000 en als Yvonne overlijdt, haar nalatenschap een omvang heeft van € 940.000 (= € 760.000 + € 180.000).

 

Wie had dat gedacht?

 

Op gepaste manier je huwelijkse voorwaarden aanpassen

De vraag: “Herken je dit?” is hier misschien niet helemaal op zijn plaats. Beter is wellicht: “Zou je dit willen gaan herkennen?”.

Als jouw antwoord ontkennend luidt, is het verstandig om in actie te komen. Haal je huwelijkse voorwaarden uit die stoffige map en kijk eens wat er in staat. De kans is groot dat je dan passages leest, waarvan je je afvraagt wat die in hemelsnaam betekenen en of ze met de voorbeelden vergelijkbare gevolgen (kunnen) hebben.

Dan komt hoogstwaarschijnlijk vervolgens de vraag bij je op: “Kan ik (of beter nog: kunnen wij) er nu nog wat aan doen?”. Het antwoord is: ja zeker. Als jullie het periodiek verrekenbeding niet, of niet consequent en volledig hebben uitgevoerd, kunnen jullie dit herstellen door alsnog te verrekenen. Dat gebeurt dan bijna altijd op basis van een vaststellingsovereenkomst, omdat het praktisch ondoenlijk is om over een lange reeks van jaren na te gaan welke bedragen precies waren overgespaard en op welke wijze deze zijn herbelegd. In plaats daarvan kunnen jullie met elkaar een bepaald bedrag overeenkomen dat als verrekenbedrag geldt. Iets vergelijkbaars geldt voor vergoedingsrechten. Vervolgens kunnen jullie bij nieuwe huwelijkse voorwaarden een regeling treffen die wel praktisch uitvoerbaar is en daadwerkelijk aansluit op wat jullie werkelijk willen regelen.

Het zal inmiddels wel duidelijk zijn wat mijn boodschap is. Net als je testament is het verstandig en raadzaam om ook jullie huwelijkse voorwaarden met enige regelmaat te (laten) checken. In ieder geval als er belangrijke gebeurtenissen in je leven – life events – plaatsvinden of als de wet – het familie- of erfrecht – wijzigt. En wat dit laatste betreft hebben we er de afgelopen jaren wel een aantal zien langskomen!

In die nieuwe huwelijkse voorwaarden kunnen jullie dan ook andere zaken herzien of alsnog gaan regelen en daar een passende regeling voor treffen, zodat onverwachte verrassingen worden voorkomen of beperkt. Als jullie dat willen natuurlijk, want dat is en blijft uiteraard altijd het uitgangspunt.

Bestaande huwelijkse voorwaarden aanpassen klinkt misschien makkelijker gezegd dan gedaan. Laat ik eerlijk zijn, het is ook een lastig onderwerp om ter sprake te brengen. Niet alleen voor jullie echtgenoten, ook voor ons adviseurs. Als je dit onderwerp te berde brengt, komt al gauw (bij de ander) een gevoel van wantrouwen op en lijkt er meer aan de hand te zijn dan er in werkelijkheid is. Stoken in een goed huwelijk, zou je kunnen zeggen. Maar is dat dan een reden om het helemaal niet te bespreken? Er voor weg te lopen? Je weet hoe ze dat noemen: struisvogelpolitiek. Daar kunnen wij adviseurs voor kiezen, daar kunnen jullie echtgenoten voor kiezen, maar dat hoeft niet. We kunnen ook met z’n allen de werkelijkheid onder ogen zien, onze verantwoordelijkheid nemen en orde op zaken stellen. En dat dit ook emotioneel lastig is, begrijp ik heel goed.

Hoe pak je dat aan? Begin eens met samen rond de tafel te gaan zitten en elkaar in de ogen te kijken. Probeer terug te halen wat jullie destijds eigenlijk wilden regelen in jullie huwelijkse voorwaarden. Wat stond jullie daarbij voor ogen? Geldt dit nog steeds of zijn jullie er inmiddels anders over gaan denken? Denken jullie daar allebei hetzelfde over?

Zo ja, dan zijn jullie er waarschijnlijk snel uit. Zo nee, dan zou een volgende stap kunnen zijn om contact op te nemen met iemand die jullie kan uitleggen wat de impact van jullie huidige huwelijkse voorwaarden is en hoe jullie met elkaar tot nadere afspraken kunnen komen. Dat kan een notaris zijn, maar een familierechtadvocaat is wellicht ook een verstandige keuze. Want juist zij weten waar de problemen ontstaan aan het einde van een relatie, of dat nu het gevolg is van een echtscheiding of een overlijden.

Ik kan me voorstellen dat je de gevolgen van een en ander ook graag cijfermatig inzichtelijk wilt hebben. Daarvoor kun je dan weer bij ons terecht. Aan de hand van onze speciaal daartoe ontwikkelde rekentools brengen we de financiële en fiscale gevolgen voor je in beeld, zodat we onze pay off nakomen:

 

Kristalheldere inzichten

Duurzame oplossingen

 

Kortom, treed het beoordelen van en het eventueel aanpassen van jullie huwelijkse voorwaarden niet met wantrouwen tegemoet, maar zie het als een noodzakelijke onderhoudsbeurt van je (financiële) relatie met elkaar.